Frame ronde buis Ø 22 mm. met stalen voetenring verdeeld over de hoogtes 3, 4, 5 en 6.
Zitting van multiplex met kunststof toplaag in diverse kleuren.
Kunststof doppen standaard met vilt.
De onderbeenlengte wordt voor de bepaling van de zithoogte als uitgangspunt genomen.
Laat de leerling op bijvoorbeeld de docententafel plaatsnemen, waarbij de tafelrand in de knieholte van de leerling valt. Meet vervolgens de hoogte van de bovenzijde van het blad tot de onderkant van de hak van de schoen. Bepaal vervolgens de juiste stoelzitting hoogte. Let erop dat u uitgaat van schoenen met een normale zooldikte.
Voorbeeld 1: opgemeten lengte van het onderbeen 33 cm, deze correspondeert met 2 lila.
Voorbeeld 2: opgemeten lengte van het onderbeen 39 cm, deze correspondeert met 4 rood.
Meet de leerlingen 2x per jaar op, zodat ze altijd op de juiste manier zitten.
In zijn algemeenheid geldt, dat u de tafel aanpast aan de hoogte van de stoel. Er kunnen uitzonderingen hierop zijn. Een voorbeeld hiervan is het geval als een kind korte benen heeft en een relatief lang bovenlichaam. In dit geval kan het zijn dat je bijvoorbeeld een stoel nummer 2 hebt en een tafel nummer 3.
Hoogte bepaling meubilair
Aan de hand van onderstaande tabel kunt u gemakkelijk de benodigde meubelnummers vaststellen.
Volgens NEN-EN 1729-1/NEN-EN 1729-2
